Twee dagen na afloop van het festival begin ik enige afstand te krijgen van het festival. Wat dit voorjaar begon met een gesprek op kantoor bij Joke, heeft zich in sneltreinvaart ontwikkeld tot een van die bijzondere ervaringen waar ik later met veel plezier op zal terugkijken.
Want zelfs in mijn wildste dromen had ik niet vermoed dat we de oude hamam aan het Rijnhoutplein zouden ombouwen tot een (tijdelijke) Leeszaal.
Of dat we een 5-daags festival zouden organiseren om onszelf en anderen te overtuigen dat een Leeszaal voor en door bewoners wenselijk en mogelijk is. Of dat we ongeveer 70 mensen zouden vinden die ons zouden helpen om tijdens dit festival meer dan 20 activiteiten te organiseren.
Of dat we meer dan 1000 boeken, 10 vogelhuisjes, 3 tafels, tal van decorstukken, koffiezetapparaten, glazen, bekers en nog veel meer bij elkaar zouden lenen en krijgen om een heel bijzondere ruimte te maken. Of dat …. te veel om op te noemen.
Wat begon met een gesprek heeft, werd gevolgd door een aantal bijeenkomsten, door een Verbeelde Leeszaal in Wijkpark het Oude Westen, nog meer bijeenkomsten, het schrijven van een plan, veel mailtjes, facebookberichten, twitterberichten, het in elkaar zetten van een website, ontwerpen van logo’s, flyers en collages. Al die activiteiten opgeteld, maakten het festival tot een succes. Met drukke en minder-druk bezochte activiteiten, continue aanloop, bewondering voor de ruimte en heel veel leuke, onverwachte en goede gesprekken, heeft het festival bewezen dat er in West ruimte is voor en behoefte is aan zoiets als een Leeszaal.
En het festival heeft voor mij ook helderder gemaakt wat die Leeszaal dan zou kunnen zijn. Een publieke ontmoetingsplaats die draait om taal in al zijn mogelijke uitdrukkingsvormen. Een plek waar allerlei groepen elkaar door en naast elkaar ontmoeten. Of zoals Matthijs de Boer dit uitdrukt in zijn studie naar publieke interieurs – het moet een genereuze ruimte zijn, die door het bieden van toegankelijkheid en ruimte, maar zonder commerciële bijbedoelingen uitnodigt tot oneigenlijk of informeel gebruik.
Samen zijn we eigenaar van de Leeszaal, maar niemand mag hem exclusief claimen. De Leeszaal moet een plek zijn waar iedereen die dat wil zijn bijdrage kan leveren. Wat dit precies in de praktijk inhoud? Dat weet ik niet, maar wat mij betreft gaan we samen op zoek naar de identiteit en de contouren van de Leeszaal. Dit zal een proces van vallen en opstaan zijn; van dingen uitproberen en dus ook van dingen die mislukken. En het zal niet altijd alleen maar leuk zijn, maar soms ook wrijving opleveren. Dat is een uitdaging, maar het is een uitdaging die ik wel wil aangaan.
De komende tijd gaan we met alle input die we deze week hebben opgehaald aan de slag. We gaan al die informatie ordenen, gaan er proberen een lijn in te ontdekken. Maar we gaan ook gesprekken aan met allerlei officiële partijen in de stad, want zonder hen kunnen we de Leeszaal niet continueren. En we gaan met jullie de bezoekers, de vrienden van de Leeszaal in gesprek. Wat zou je willen terugzien in de Leeszaal, en welke bijdrage kan jij leveren om het in stand te houden? En we gaan een plan schrijven, een plan voor een permanente Leeszaal. Want zonder plan kunnen we niet de volgende stap maken.
Genoeg te doen dus. Veel hiervan zal achter de schermen plaatsvinden. Dat betekent niet dat er niets gebeurd. We zullen jullie dan ook via deze website over de vorderingen op de hoogte houden. En van tijd tot tijd zullen we ook activiteiten organiseren, zodat jullie ons niet vergeten. Hou deze website (en Facebook en Twitter) dus in de gaten.
Rest me nu niets anders dan nog enkele foto’s toe te voegen, zodat we nog een keer met eigen ogen zien, hoe mooi de afgelopen week was. Tot snel! Maurice
De foto’s zijn gemaakt door Tineke de Lange, David van Dijk en Joke van der Zwaard


















